Amos was niet alleen een optimist. Hij zelf om een optimist te zijn omdat hij had besloten dat pessimisme stom was. Als je een pessimist bent en het slechte gebeurt, leef je het twee keer, zei Amos graag. Eens als je je er zorgen over maakt en de tweede keer wanneer het gebeurt.
(Amos was not merely an optimist. He himself to be an optimist because he had decided pessimism was stupid. When you are a pessimist and the bad thing happens, you live it twice, Amos liked to say. Once when you worry about it and the second time when it happens.)
Amos had een uniek perspectief op optimisme en pessimisme. Hij beschouwde zichzelf als een optimist die niet uit blinde hoop was, maar omdat hij negativiteit onproductief vond. Volgens AMOS leidde de mentaliteit van een pessimist tot onnodig lijden, omdat men angst zou ervaren over potentiële tegenslagen, alleen om dezelfde leed te voelen wanneer die angsten zich uitstrekten.
Zijn filosofie onderstreept het idee dat zorgen over negatieve resultaten ze niet voorkomen en versterkt alleen de emotionele last. Door optimisme te omarmen, wilde Amos de emotionele tol minimaliseren die verband houdt met anticiperen op slechte gebeurtenissen, wat het belang benadrukt van een positieve kijk in de onzekerheden van het leven.