Want wat zou er overblijven, toen al deze boeken in het verleden waren? Hij legde wakker nachten waar vrezen.
(Because what would be left, when all these books were in the past? He lay awake nights dreading it.)
Het beschouwing van de toekomst van het personage onthult een diepgewortelde angst om het verleden te verliezen. De boeken vormen een verband met geschiedenis, cultuur en persoonlijke identiteit, en de gedachte aan hun afwezigheid roept angst op over wat er in hun kielzog blijft. De angst komt voort uit een besef dat, zonder deze verhalen, het begrip van zelf en de samenleving kan worden verminderd.
Dit citaat omvat een strijd die veel mensen gemeen hebben - met het idee van erfenis en de impact van literatuur op het vormgeven van menselijke ervaringen. De verkenning van de auteur van dit thema weerspiegelt een universele bezorgdheid over de vluchtige aard van het bestaan en de essentiële rol die verhalen vertellen speelt in het bewaren van herinneringen en het begrijpen van onze wereld.