De cultuur moedigt je niet aan om aan zulke dingen na te denken totdat je op het punt staat te sterven. We zijn zo ingepakt met egoïstische dingen, carrière, familie, genoeg geld hebben, de hypotheek ontmoeten, een nieuwe auto krijgen, de radiator repareren wanneer deze breekt- we zijn zo betrokken bij triljoenen kleine acts om door te gaan. Dus we maken er geen gewoonte van om achterover achterover te gaan en naar ons leven te kijken en te zeggen, is dit alles? Is dit alles wat ik wil? Mist er iets?
(The culture doesn't encourage you to think about such things until you're about to die. We're so wrapped up with egotistical things, career, family, having enough money, meeting the mortgage, getting a new car, fixing the radiator when it breaks-- we're so involved in trillions of little acts just to keep going. So we don't get into the habit of standing back and looking at our lives and saying, is this all? Is this all I want? Is something missing?)
Het citaat weerspiegelt hoe de samenleving individuen vaak afleidt met dagelijkse verantwoordelijkheden en materiële bezigheden, waardoor weinig ruimte is voor introspectie over de diepere betekenis van het leven. Mensen worden verteerd door hun carrière, gezinsverplichtingen en financiële problemen, die prioriteit geven aan deze boven contemplatief denken. Deze meedogenloze focus op alledaagse taken kan leiden tot een gevoel van ontkoppeling van wat er echt toe doet.
Alleen wanneer ze worden geconfronteerd met sterfelijkheid, hebben individuen de neiging om hun leven te pauzeren en in twijfel te trekken, waardoor gedachten over vervulling en doel zijn aan te geven. Er rijzen vragen, zoals of ze tevreden zijn met hun bestaan of dat ze iets essentieel missen. Dit benadrukt het belang van het bevorderen van een cultuur die reflectie en prioritering van betekenisvolle ervaringen aanmoedigt in plaats van alleen maar te functioneren.