De passage beschrijft een imposante boog die wordt ondersteund door vier grote kolommen, ingeschreven met talloze namen. Deze namen zijn van personen die in de strijd zijn omgekomen, maar nooit zijn gevonden, in plaats van die begraven op begraafplaatsen. Dit monument dient als een sombere herinnering aan de velen die verloren zijn gegaan tijdens de oorlog maar niet geïdentificeerd blijven. Het gewicht van dit besef wordt overweldigend voor Elizabeth, die nadenkt over de tragedie van hun afwezigheid.
Terwijl ze de betekenis van deze namen overweegt, drukt Elizabeth haar schok en verdriet uit over het gebrek aan bewustzijn over het bestaan van een dergelijk gedenkteken. Het benadrukt het persoonlijke verlies en de bredere historische impact van de oorlog, waarbij de diepe emotionele resonantie wordt vastgelegd van het onthouden van degenen die geen graf hebben. De reactie van Elizabeth betekent een diepgaande erkenning van de gebrachte offers en de aanhoudende vragen rond het lot van de verloren soldaten.