Morrie geeft bezorgdheid over een alomtegenwoordige vorm van hersenspoeling in de samenleving, waar bepaalde ideeën onophoudelijk worden herhaald, waardoor mensen ze zonder twijfel accepteren. Hij benadrukt de overtuiging dat het bezitten van materiële bezittingen en het verzamelen van rijkdom inherent goed zijn, met commercialisme -berichten die voortdurend worden versterkt. Deze constante herhaling vormt de perceptie van mensen tot het punt waar ze deze waarden als waarheden accepteren.
Als gevolg hiervan worden individuen gedesoriënteerd en verliezen ze uit het oog wat er echt toe doet in het leven. Morrie suggereert dat deze overweldigende focus op het oordeel van het materialisme verhoogt en voorkomt dat mensen nadenken over diepere, meer betekenisvolle aspecten van het bestaan. Uiteindelijk daagt deze kritiek de waarden van de moderne samenleving uit en dringt hij aan op een herbeoordeling van prioriteiten die verder gaan dan materiële rijkdom.