C.G. Jung, een vooraanstaande Zwitserse psychiater en psychoanalyticus, grondlegger van de analytische psychologie. Hij geloofde in het belang van het onbewuste en de invloed ervan op menselijk gedrag, en stelde concepten voor als het collectieve onbewuste en archetypen, die zijn kijk op persoonlijkheid en ontwikkeling vormgaven. Jungs werk benadrukte de zoektocht naar zelfontdekking en individuatie, een proces waardoor iemand zijn ware zelf realiseert. Hij suggereerde dat het integreren van verschillende aspecten van de psyche cruciaal is voor persoonlijke groei en mentaal welzijn.
Jungs theorieën strekten zich ook uit tot spiritualiteit, mythologie en kunst, en weerspiegelden zijn interesse in de menselijke ervaring die verder gaat dan het rationele. Hij onderzocht hoe culturele verhalen en symbolen de individuele psyche beïnvloeden, met het argument dat deze elementen essentieel zijn voor het begrijpen van de menselijke conditie. Zijn nadruk op symbolen en hun betekenis heeft invloed gehad op gebieden als literatuur, religie en dieptepsychologie, waardoor een holistische kijk op het bestaan werd bevorderd.
Gedurende zijn leven heeft Jung veel geschreven, waarmee hij de basis legde voor de moderne psychologie. Hij benadrukte de therapeutische relatie tussen analist en patiënt, in de overtuiging dat de therapeutische reis een gedeelde verkenning van het onbewuste is. Zijn nalatenschap blijft voortduren door zijn bijdragen aan de psychologie en de kunsten, terwijl zijn inzichten de hedendaagse discussies over geestelijke gezondheid, persoonlijkheid en culturele identiteit blijven beïnvloeden.