Antonio Gramsci was een invloedrijke Italiaanse marxistische filosoof en politieke theoreticus, vooral bekend om zijn concept van culturele hegemonie. Hij benadrukte het belang van ideologie en cultuur bij het handhaven van de kracht van de heersende klasse, met het argument dat hegemonie in plaats van alleen te gebruiken, hegemonie werkt door toestemming en sociale instellingen die waarden en overtuigingen vormen. Zijn geschriften geven inzicht in hoe ondergeschikte klassen een contra-hegemonische cultuur kunnen ontwikkelen om dominante ideologieën uit te dagen.
Gramsci schreef uitgebreid terwijl hij gevangen werd gezet door het fascistische regime en produceerde een reeks gevangenisnotitieboekjes die de relatie tussen cultuur, macht en politiek analyseerden. Hij geloofde dat intellectuelen een cruciale rol spelen in de samenleving en dienen als bemiddelaars tussen de heersende klasse en de massa. Zijn focus lag op onderwijs en de vorming van een collectief bewustzijn onder de arbeidersklasse, en benadrukt dat politieke verandering culturele transformatie vereist.
Zijn nalatenschap heeft een grote invloed gehad op verschillende gebieden, waaronder politieke theorie, sociologie en culturele studies. De ideeën van Gramsci blijven bewegingen inspireren die sociale rechtvaardigheid en verandering zoeken, omdat ze de noodzaak benadrukken om zich bezig te houden met culturele praktijken om een billijke samenleving op te bouwen. Zijn werk blijft relevant in hedendaagse discussies over macht, verzet en de rol van cultuur in de politiek.