Moeder Teresa, ook bekend als Sint Teresa van Calcutta, was een rooms-katholieke non en missionaris die haar leven wijdde aan het dienen van de allerarmsten. Ze werd in 1910 in Albanië geboren en verhuisde naar India, waar ze in 1950 de Missionaries of Charity oprichtte. Haar organisatie richtte zich op het bieden van zorg aan zieken, wezen en stervenden, vooral in sloppenwijken. Door haar onvermoeibare inspanningen werd ze een embleem van mededogen en onbaatzuchtige dienstbaarheid. Haar werk kreeg wereldwijde erkenning, wat leidde tot talloze onderscheidingen, waaronder de Nobelprijs voor de Vrede in 1979. De filosofie van Moeder Teresa concentreerde zich op het belang van liefde en vriendelijkheid, en moedigde individuen aan om op welke manier dan ook bij te dragen aan hun gemeenschap. Ze geloofde dat geen enkele daad van liefdadigheid, hoe klein ook, ooit verspild werd. Na haar overlijden in 1997 werd Moeder Teresa in 2016 heilig verklaard door de Katholieke Kerk, wat haar blijvende nalatenschap en de impact die ze gedurende haar hele leven heeft gemaakt benadrukt. Haar inzet om mensen in nood te helpen blijft talloze mensen inspireren om altruïsme en mededogen in hun eigen leven na te streven. Moeder Teresa was voor velen over de hele wereld een baken van hoop en liet zien dat het dienen van anderen een diepgaande manier is om liefde en geloof te uiten. Haar levenswerk dient als een krachtige herinnering aan het belang van vriendelijkheid en onzelfzuchtigheid, en inspireert generaties om een ​​verschil te maken in de levens van anderen. Als symbool van humanitaire inspanningen moedigt de nalatenschap van Moeder Teresa mensen aan om met compassie te handelen en een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving.