In zijn reflecties op de obsessie met programmering kenmerkt MIT -professor Joseph Weizenbaum die door deze drang als intelligente maar verwarde individuen worden overwonnen, die vaak fysieke tekenen van vermoeidheid en fixatie vertonen. Hij vergelijkt hun intense focus op computers met de concentratie van een gokker op dobbelstenen, wat de bijna dwangmatige aard van hun betrokkenheid bij technologie benadrukt. Deze programmeurs lijken grandiose -fantasieën te herbergen en een verlangen naar macht binnen het digitale rijk.
De weergave van Weizenbaum suggereert dat deze fixatie verder gaat dan louter technische vaardigheden; Het wordt een diepgaande psychologische toestand. De beelden van programmeurs met gespannen armen, klaar om hun bevelen te ontketenen, roept het gevoel op dat ze zitten in een meedogenloze cyclus van ambitie en verlangen naar controle over hun machines, waardoor de ingewikkelde relatie tussen de mensheid en technologie wordt belicht.