Het enige dat hij hoorde was zijn eigen moeizame ademhaling, gevolgd door een echo van die ademhaling. Hij inhaleerde en hoorde een luidere inademing. Hij ademde uit en het ademde ook uit. Eddie kneep in zijn ogen dicht. Stilte is erger als je weet dat het niet zal worden gebroken, en Eddie wist het.
(All he heard was his own labored breathing, followed by an echo of that breathing. He inhaled and heard a louder inhale. He exhaled, and it exhaled too. Eddie squeezed his eyes shut. Silence is worse when you know it won't be broken, and Eddie knew.)
In een moment van intense eenzaamheid vindt Eddie zich in stilte omhuld, alleen vergezeld van het geluid van zijn eigen zware ademhaling. Elke inhalatie voelt versterkt, waardoor een echo wordt gecreëerd die zijn gevoel van isolatie verbetert. Deze onderdrukkende sfeer weegt zwaar op hem, omdat hij zich realiseert dat de stilte om hem heen permanent en onverzettelijk is.
De reactie van Eddie is er een van wanhoop terwijl hij zijn ogen sluit en probeert te ontsnappen aan de verontrustende stilte. De kennis van een onveranderlijke stilte draagt bij aan zijn ongemak, waardoor hij zich scherp bewust is van zijn eigen kwetsbaarheid en de leegte rondom hem. Dit levendige moment benadrukt de diepere isolatiethema's en de angst om ongehoord te zijn in de enorme stilte van het bestaan.