Alles gaat goed, heel goed, ik kan niets beters wensen. Dus waarom haat ik mijn leven?
(All is going well, very well, I couldn't ask for anything better-So why do I hate my life?)
In "Ender's Game" wordt een jonge jongen genaamd Ender Wiggin geconfronteerd met enorme druk terwijl hij wordt getraind voor een toekomstig militair conflict tegen een buitenaardse soort. Ondanks dat hij uitblinkt in zijn training en veel lof krijgt, voelt Ender een diepe leegte en verwarring over zijn leven. Hij worstelt met de paradox van zijn prestaties en persoonlijke ontevredenheid, en vraagt zich af waarom dingen die vreugde zouden moeten brengen in plaats daarvan leiden tot gevoelens van haat jegens zijn eigen bestaan.
Deze interne strijd weerspiegelt een breder thema van het verhaal, aangezien Ender gevangen zit tussen externe verwachtingen en zijn eigen waarden. Het citaat dat alles goed gaat en toch ontevreden is, vat het conflict samen tussen maatschappelijk succes en persoonlijke vervulling, wat suggereert dat externe validatie niet automatisch tot geluk leidt.