Oké. In die laatste minuut zou ik zeggen: 'Kijk, Heer, ik heb X -hoeveelheid goede dingen op aarde gedaan. Ik heb geprobeerd je leringen te volgen en door te geven. Ik heb van mijn familie gehouden. Ik ben deel uit geweest van een gemeenschap. En ik ben, denk ik, redelijk goed voor mensen. 'Dus, hemelse Vader, wat is mijn beloning voor dit alles?' En wat denk je dat God zal zeggen? Hij glimlachte. Hij zal zeggen: 'Beloning? Welke beloning? Dat is wat je moest doen!
(All right. In that final minute, I would say, 'Look, Lord, I've done X amount of good stuff on earth. I have tried to follow your teachings and to pass them on. I have loved my family. I've been part of a community. And I have been, I think, fairly good to people. 'So, Heavenly Father, for all this, what is my reward?' And what do you think God will say? He smiled. He'll say, 'Reward? What reward? That's what you were supposed to do!)
In het citaat uit het boek "Have a Little Faith: A True Story" van Mitch Albom reflecteert de spreker over het einde van hun leven en de goede acties die ze hebben ondernomen tijdens het leven. Ze vermelden hun pogingen om Gods leringen te volgen, van hun gezin te houden en positief bij te dragen aan hun gemeenschap. Dit introspectieve moment leidt ertoe dat ze zich afvragen welke beloning ze kunnen ontvangen voor hun inspanningen en goedheid.
De reactie van God, zoals door de spreker, benadrukt dat goed doen geen transactionele relatie is die beloningen oplevert. In plaats daarvan benadrukt God dat deze acties moeten worden gezien als fundamentele verwachtingen van het leven. De essentie van de boodschap is dat het leiden van een goed leven zijn eigen beloning is, in plaats van iets dat moet worden gecompenseerd aan het einde van iemands reis.