In "The Time Keeper" wordt Dor een gevangene van zijn eigen schepping: tijd. Terwijl hij de verlangens hoort van anderen die er meer naar hunkeren, begint hij onbedoeld zijn straf te vervullen, gekenmerkt door de tol van obsessie. Mensen om hem heen worden verteerd door hun wens om tijd te bezitten, en illustreren hun constante achtervolging weg van de essentie van het leven en in een complexe duisternis gevormd door hun eigen verlangens.
Hoewel Dor de tijd anders ervaart, benadrukt de haast die hij in anderen waarneemt een universele strijd. Alle anderen lijken overweldigd en racen tegen de klok, terwijl hij nadenkt over de diepere implicaties van deze meedogenloze achtervolging. Zijn reis laat zien hoe het verlangen naar meer tijd kan leiden tot een ontkoppeling van de huidige vreugde, en benadrukt dat de essentie van het leven moet worden gekoesterd in plaats van eindeloos gewild.