Op zesenvijftigjarige leeftijd was Eleanor Stoddard nog steeds een mooie vrouw. Ze bezat drie hotels in Frankrijk en nog eens twee in Engeland. Vanuit het niets had ze een imperium opgebouwd. Eleanor had het allemaal. Haar enige zwakte was de jongeman die naast haar sliep.
(At the age of fifty-six Eleanor Stoddard was still a beautiful woman. She owned three hotels in France and another two in England. From nothing at all, she had built an empire. Eleanor had it all. Her one weakness was the young man sleeping beside her.)
Eleanor Stoddard, zesenvijftig, behoudt haar schoonheid en indrukwekkende prestaties. Ze heeft met succes een horeca-imperium opgebouwd en bezit drie hotels in Frankrijk en twee in Engeland, wat haar vastberadenheid en zakelijk inzicht laat zien. Ondanks haar prestaties en onafhankelijkheid is Eleanors leven niet zonder kwetsbaarheid.
Haar grootste zwakte ligt in haar emotionele gehechtheid aan een jonge man die haar bed deelt. Deze relatie benadrukt het contrast tussen haar professionele succes en persoonlijke leven, en onthult de complexiteit van haar karakter en de inherente risico's van haar genegenheid in een wereld waarin ze alles lijkt te hebben.