Het gedicht beschrijft de veerkracht van het leven aan de zwaarste randen van de natuur en illustreert levendig een bloem die gedijt op de rand van een lawine. Deze bloem, met zijn delicate schoonheid, vertegenwoordigt fragiele kracht in een omgeving waar weinigen kunnen overleven. Het wordt geconfronteerd met ontmoedigende uitdagingen, gesymboliseerd door een uil die door de storm stijgt, maar toch belichaamt het het doorzettingsvermogen om te bestaan waar niets...