De dood van papa hielp me niet uit zoals die van Helen had. Iedereen had tenslotte aangenomen dat papa een goner was toen hij als kind in het hoofd werd geschopt. In plaats daarvan had hij de dood bedrogen en leefde hij, ondanks zijn gimp- en spraakoptrek, een lang leven dat hij vrijwel deed wat hij wilde. Hij had niet de beste kaarten getekend, maar hij had zijn hand goed gespeeld, dus wat was er om te treuren?
(Dad's death didn't hollow me out the way Helen's had. After all, everyone had assumed Dad was a goner back when he got kicked in the head as a child. Instead, he had cheated death and, despite his gimp and speech impediment, lived a long life doing pretty much what he wanted. He hadn't drawn the best of cards, but he'd played his hand darned well, so what was there to grieve over?)
De verteller reflecteert op de contrasterende effecten van de dood van hun vader en Helen. Terwijl papa's overlijden werd verwacht, gezien zijn jeugdblessure die hem bijna doodde, slaagde hij erin de kansen te trotseren en het leven op zijn eigen voorwaarden te leiden met veerkracht. Zijn lange leven vol persoonlijke keuzes creëerde een gevoel van acceptatie in plaats van verlies voor de verteller. Ze hebben het gevoel dat papa het beste had gehaald wat hij had, waardoor het voor hen moeilijk was om diep verdriet te voelen.
Dit perspectief benadrukt het begrip van de verteller van de onvoorspelbaarheid van het leven en de triomf van hun vader over tegenspoed. In plaats van uitgehold te worden door verdriet, erkennen ze het vermogen van papa om goed te leven ondanks zijn ergste omstandigheden. Deze acceptatie stelt de verteller een uniek vermogen om het leven van hun vader te vieren in plaats van zijn dood te rouwen, in tegenstelling tot het meer pijnlijke verlies dat bij Helen wordt ervaren.