Ender knikte. Het was natuurlijk een leugen dat het geen pijn zou doen. Maar aangezien volwassenen het altijd zeiden als het pijn ging doen, kon hij erop rekenen dat die uitspraak een accurate voorspelling van de toekomst was. Soms waren leugens betrouwbaarder dan de waarheid.
(Ender nodded. It was a lie, of course, that it wouldn't hurt a bit. But since adults always said it when it was going to hurt, he could count on that statement as an accurate prediction of the future. Sometimes lies were more dependable than the truth.)
In "Ender's Game" van Orson Scott Card reflecteert Ender op de aard van waarheid en bedrog, vooral in de context van pijn. Hij erkent dat de bewering van volwassenen dat iets ‘geen pijn zou doen’ niet eerlijk is, maar toch beschouwt hij het als een betrouwbare indicatie van wat komen gaat. Deze introspectie suggereert een dieper begrip van de complexiteit van communicatie en de vaak misleidende troost van valse geruststellingen.
Enders realisatie onderstreept een diepgaand thema in het verhaal: soms is het gemakkelijker om op geruststellende leugens te vertrouwen dan de harde realiteit onder ogen te zien. Door deze lens belicht de passage de strijd tussen onschuld en de pijnlijke waarheden van het volwassen leven, en illustreert hoe jonge individuen als Ender worstelen met de verwachtingen en tegenstrijdigheden van de wereld om hen heen.