Het citaat benadrukt het meedogenloze streven van de mensheid naar efficiëntie en productiviteit, wat suggereert dat we, ondanks onze inspanningen om elk uur te optimaliseren, onvervuld blijven. Door deze constante drive voelen we ons nog hongeriger voor meer, wat een diepgeworteld verlangen weerspiegelt om ons bestaan echt te bezitten en het leven volledig te ervaren. De realiteit is echter dat de tijd ongrijpbaar blijft en niemand het kan bezitten.
De verteller geeft aan dat we door de tijd te meten, ons in wezen losmaken van het leven in het moment. In plaats van van onze ervaringen te genieten, raken we bezig met het volgen van tijd, wat uiteindelijk afbreuk doet aan de rijkdom van het leven zelf. Dit inzicht dringt aan op een heroverweging van hoe we omgaan met tijd en onze prioriteiten in de zoektocht naar vervulling.