Het citaat benadrukt de nadelige impact van angst op iemands leven, wat suggereert dat het toestaan van angst om te domineren kan leiden tot een geleidelijke achteruitgang van iemands bestaan. Elk moment doorgebracht in angst is een moment dat verloren gaat om volledig te leven, omdat het afbreuk doet aan de vitaliteit van het leven.
Bovendien benadrukt het de balans tussen angst en geloof, wat aangeeft dat wanneer we bezwijken voor angst, we ons vermogen tot geloof verminderen. Vertrouwen en geloof in onszelf en het universum kunnen ons machtigen, waardoor we naar een meer bevredigend leven kunnen leiden, vrij van de boeien van angst.