Vanaf het moment dat de Joshua -boom een klein jonge boompje was, was het zo neergeslagen door de zweepslagenwind dat, in plaats van te proberen de hemel te worden, het was gegroeid in de richting dat de wind hem duwde. Het bestond nu in een permanente staat van wind op de wind, die zo ver voorover leunde dat het klaar leek om omver te werpen, hoewel zijn wortels het in feite stevig op zijn plaats hielden. Pg. 35
(From the time the Joshua tree was a tiny sapling, it had been so beaten down by the whipping wind that, rather than trying to grow skyward, it had grown in the direction that the wind pushed it. It existed now in a permanent state of windblowness, leaning over so far that it seemed ready to topple, although, in fact, its roots held it firmly in place. pg. 35)
De Joshua -boom, zelfs als een klein jonge boompje, werd geconfronteerd met meedogenloze uitdagingen van sterke wind die de groei vormden. In plaats van ernaar te streven om lang te stijgen, paste het zich aan door in de richting van de wind te leunen. De groei ervan werd permanent beïnvloed, waardoor een unieke en veerkrachtige vorm ontstond die de kansen tartte.
De helling van deze boom symboliseert veerkracht te midden van tegenspoed. Hoewel het precair lijkt en op het punt om over te vallen, verankeren zijn sterke wortels het stevig naar de grond, en illustreert dat ware kracht vaak onder het oppervlak ligt, waardoor het ondanks externe druk kan blijven bestaan.