Goede mensen zijn niet goed omdat ze anderen nooit schade berokkenen. Ze zijn goed omdat ze anderen behandelen op de beste manier die zij kennen, met het begrip dat zij hebben.
(Good people aren't good because they never cause harm to others. They're good because they treat others the best way they know how, with the understanding that they have.)
Dit citaat uit het boek "Rebekah" van Orson Scott Card benadrukt de essentie van goedheid in mensen. Het suggereert dat goed zijn niet alleen gaat over het vermijden van schade, maar eerder over het actief behandelen van anderen met vriendelijkheid en respect. Het hebben van een oprechte intentie om anderen het goede te doen, is wat een goed mens definieert, in plaats van zich eenvoudigweg te onthouden van negatieve daden.
Bovendien spelen het begrip en het bewustzijn dat men bezit een cruciale rol in de manier waarop vriendelijkheid wordt geuit. Goede mensen streven ernaar anderen zo goed mogelijk te benaderen, gegeven hun kennis en ervaringen. Dit perspectief benadrukt het belang van empathie en de voortdurende inspanning om anderen te verheffen door middel van positieve interacties.
