Hij wist niet zeker wat hij moest doen. Als hij de rots zou verlaten, zou het slechts een paar minuten woestijnlucht kosten om zijn poel te drogen, en dan zou er alleen nog een kleine smeltkroes met bruin poeder overblijven, een poeder dat de wind zou vinden en verspreiden. Hij wilde daar blijven om het zwembad te beschermen. Maar na een tijdje dacht hij daar anders over. Hij begreep dat als hij op de rots bleef, hij ook gewoon zou verdwijnen. En dus stond hij op.
(He wasn't sure what to do. If he left the rock, it would only take a few minutes of desert air to dry his pool, and then all that would remain of him would be a small crucible of brown powder, a powder the wind would find and scatter. He wished to stay there, to protect the pool.But after a time, he thought differently. He understood that if he stayed upon the rock, he would simply disappear as well. And so, he rose.)
In deze passage wordt het personage geconfronteerd met een cruciale beslissing over zijn overleving. Hij realiseert zich dat als hij de beschermende rots verlaat, de barre woestijnomstandigheden het water in zijn poel snel zullen verdampen, waardoor er slechts een overblijfsel van zijn bestaan achterblijft. Dit moment weerspiegelt zijn verlangen om zich vast te klampen aan het leven en het weinige dat hij nog heeft te beschermen, gesymboliseerd door de plas water. Zijn verlangen om in veiligheid te blijven staat in contrast met de realiteit van een dreigende verdwijning.
Uiteindelijk komt hij tot een belangrijk besef. Een verblijf op de rots zal ook tot zijn ondergang leiden, omdat hij niet kan ontsnappen aan het onvermijdelijke lot dat hem daar te wachten staat. Deze openbaring drijft hem ertoe op te staan en een keuze voor het leven te maken, ondanks de gevaren. De passage illustreert de strijd tussen het instinct om zichzelf te behouden en de erkenning van de noodzaak om vooruit te komen, zelfs in het licht van angst en onzekerheid.