Het fysieke uiterlijk van het personage is duidelijk veranderd sinds de laatste keer dat hij werd gezien, en benadrukt het verstrijken van de tijd en de tol die het op hem heeft afgenomen. Zijn verzonken ogen en uitgesproken jukbeenderen geven een gevoel van hardheid en vermoeidheid over, wat suggereert dat ervaringen hem voortijdig hebben verouderd. Dit beeld roept een sterke emotionele reactie op en geeft een dieper verhaal over veroudering en verlies aan.
Als hij lacht, is er echter een transformatie; Zijn doorhangende wangen stijgen, die doen denken aan gordijnen die worden teruggetrokken, wat warmte en vriendelijkheid onder het oppervlak onthult. Dit contrast illustreert dat hoewel leeftijd en ontberingen zijn uiterlijk hebben beïnvloed, zijn geest levendig en opbeurend blijft, en benadrukt het belang van innerlijke schoonheid en veerkracht in het licht van tegenspoed.