Hannah reflecteert op haar gevoelens van transparantie en kwetsbaarheid in de muziekruimte. Ze vergelijkt zichzelf met glas en water, wat suggereert dat ze zich blootgesteld voelt en gemakkelijk wordt begrepen door iemand die belangrijk voor haar is. Dit besef laat haar hart racen, wat duidt op een mix van angst en bewustzijn.
Ondanks het vermogen om door te zien, worstelt Hannah met de vraag hoe deze persoon haar essentie echt kan waarnemen. De introspectie duidt op een diepere band en de uitdagingen van emotioneel open zijn in relaties, omdat ze zich zowel gezien als alleen voelt.