Ik had de hele weg naar mezelf, want nog niemand was aan het roeren, en ik liep verder met een traagde, achtervolgde gang. De grijze schietpartij lag op mijn rug en vanaf het einde van het geweer van mijn broer hing een kleine bundel van mijn kleren. Mijn vingers werkten humeurig bij de voorraad en trigger, en ik dacht dat dit inderdaad de manier was om het leven te beginnen, met een pistool in je hand!
(I had the whole road to myself, for no one was yet stirring, and I walked on, with a slouching, dogged gait. The gray shooting-jacket was on my back, and from the end of my brother's rifle hung a small bundle of my clothes. My fingers worked moodily at the stock and trigger, and I thought that this indeed was the way to begin life, with a gun in your hand!)
De verteller ervaart een gevoel van eenzaamheid terwijl hij vroeg in de ochtend langs een lege weg loopt, het gevoel dat hij de wereld voor zichzelf heeft. Zijn houding wordt enigszins verslagen en hij reflecteert op het gewicht van het geweer van zijn broer aan zijn zijde, wat een belangrijke start in zijn leven symboliseert. De grijze schietjack draagt bij aan de foto van robuustheid terwijl hij worstelt met de fysieke weergave van zijn reis vooruit.
Zijn vingers spelen afwezig met het geweer, wat zowel een verbinding met het overlevingsinstrument als een diepere beschouwing van zijn bestaan aangeeft. Het verhaal brengt een krachtige boodschap over over het beginnen van de reis van het leven gewapend met vastberadenheid, vertegenwoordigd door het pistool. Deze combinatie van eenzaamheid en contemplatie markeert een cruciaal moment in zijn overgang naar volwassenheid.