Ik wil schrijven over mensen van wie ik hou, en ze in een fictieve wereld uit mijn eigen geest brengen, niet de wereld die we eigenlijk hebben, omdat de wereld die we eigenlijk hebben niet aan mijn normen voldoet, schreef Dick over deze verhalen. In mijn schrijven vraag ik zelfs het universum; Ik vraag me hardop af of het echt is en ik vraag me af of we allemaal echt zijn.
(I want to write about people I love, and put them into a fictional world spun out of my own mind, not the world we actually have, because the world we actually have does not meet my standards, Dick wrote of these stories. In my writing I even question the universe; I wonder out loud if it is real, and I wonder out loud if all of us are real.)
In zijn geschriften drukt Philip K. Dick de wens uit om verhalen te creëren die zijn gericht op de individuen die hij koestert, waarbij fictieve rijken worden afgestemd op zijn idealen dan de eigenlijke wereld. Hij beschouwt de realiteit als onvoldoende en leidt hem ertoe verhalen te bouwen die zijn eigen ambities en visies weerspiegelen. Dit creatieve proces stelt hem in staat om thema's van authenticiteit en bestaan te verkennen door de lens van zijn verbeelding.
Bovendien duikt Dick's literaire onderzoek vaak in diepe filosofische vragen over de aard van de realiteit en zelfidentiteit. Hij vraagt openhartig de structuur van het universum en nadenkt na of alles wat we ervaren echte betekenis heeft. Deze introspectieve verkenning kenmerkt niet alleen zijn verhalen vertellen, maar nodigt ook lezers uit om na te denken over hun eigen percepties van de realiteit en de essentie van het bestaan.