De passage reflecteert op de kwetsbaarheid van geloof en de delicate aard van religieus geloof. Het suggereert dat religie kan gedijen of afnemen op basis van subtiele invloeden, net zoals hoe een zwakke bries het verloop van de achtervolging van een roofdier kan veranderen. Deze metafoor houdt in dat de grondslagen van geloof niet altijd solide zijn en externe factoren gemakkelijk de veroordelingen van aanhangers kunnen beïnvloeden.
Bovendien...