In de rechtbank is er de juridische doctrine van Falsus in UNO, Falsus in Omnibus, wat in één deel onhandig betekent, in totaal onwaar.
(In court, there is the legal doctrine of falsus in uno, falsus in omnibus, which means untruthful in one part, untruthful in all.)
In het boek "State of Fear" van Michael Crichton wordt het juridische principe van "Falsus in Uno, Falsus in Omnibus" benadrukt, wat beweert dat als een getuige onwaarschijnlijk is in één aspect van hun getuigenis, hun volledige geloofwaardigheid wordt ondermijnd. Deze doctrine weerspiegelt het idee dat oneerlijkheid in enig deel van een verklaring de waarachtigheid van het geheel in twijfel trekt, en benadrukt het belang van integriteit in gerechtelijke procedures.
Dit concept dient als een herinnering aan de cruciale rol die de waarheid speelt in het rechtssysteem. Wanneer een persoon ten onrechte getuigt, strekken de gevolgen zich verder dan de onmiddellijke situatie uit, waardoor andere claims mogelijk in diskrediet worden gebracht en de percepties van rechtvaardigheid als geheel beïnvloeden. Crichton gebruikt dit idee om in zijn verhaal thema's van vertrouwen en geldigheid te verkennen en licht te werpen op hoe verkeerde informatie de realiteit kan verstoren.