Strijken was een bijzonder duikende tijdverspilling. Je zou twintig minuten doorbrengen met het drukken van één shirt voor en naar achteren, zetmeel spuiten en de Creases scherp krijgen, maar zodra de man van het huis het aanzette, zou het rimpel zodra hij een elleboog boog; Bovendien kon je niet eens zien of het Danged -shirt was gestreken of niet onder zijn pakjas.
(Ironing was a particularly galling waste of time. You'd spend twenty minutes pressing one shirt front and back, spraying starch and getting the creases sharp, but once the man of the house put it on, it would wrinkle as soon as he bent an elbow; plus, you couldn't even see whether the danged shirt was ironed or not under his suit coat.)
In de "Half Broke Horses" van Jeannette Walls wordt de act van strijken afgeschilderd als een geërgerd karwei. Het vereist aanzienlijke tijd en moeite, omdat men zorgvuldig een shirt drukt en zetmeel aanbrengt om de perfecte kreuken te bereiken. Ondanks dit harde werk, op het moment dat de drager het shirt aanzet, wordt het snel gerimpeld met zelfs de minste beweging, met de nadruk op de nutteloosheid van de taak.
Deze frustratie wordt verhoogd door het feit dat het resultaat van al die arbeid vaak onopgemerkt blijft. Het shirt wordt verborgen onder een pakjas, waardoor het strijken bijna zinloos wordt. Wanden vangen de ironie van het wijden van zoveel moeite aan iets dat onzichtbaar en nutteloos wordt gemaakt, waardoor lezers nadenken over het willekeurige karakter van bepaalde binnenlandse taken.