Het is gewijd dat er zomer en winter, overvloed en gebrek, deugd en ondeugd, en al dergelijke tegenstellingen voor de harmonie van het geheel, en {Zeus} heeft ieder van ons een lichaam, eigendom en metgezellen gegeven.
(It has been ordained that there be summer and winter, abundance and dearth, virtue and vice, and all such opposites for the harmony of the whole, and {Zeus} has given each of us a body, property, and companions.)
In de discours van Epictetus benadrukt hij de inherente dualiteiten in het leven, zoals zomer en winter, overvloed en schaarste, en deugd en ondeugd. Deze contrasten zijn essentieel voor het algemene evenwicht en de harmonie van het bestaan. Door deze tegengestelde krachten te erkennen, kunnen we de complexiteit van het leven beter begrijpen en de rol die ze spelen bij het vormgeven van onze ervaringen.
Bovendien benadrukt Epictetus dat elke persoon een lichaam, bezittingen en metgezellen krijgt als onderdeel van hun reis in het leven. Dit idee suggereert dat onze omstandigheden, gunstig of uitdagend, een integraal onderdeel zijn van onze groei en ontwikkeling. Door deze realiteiten te accepteren, kunnen we een diepere waardering voor ons bestaan cultiveren en leren om de dichotomieën van de wereld effectief te navigeren.