Het is niet wat een advocaat me vertelt dat ik kan doen; Maar wat de mensheid, de rede en de gerechtigheid me vertellen dat ik Edmund Burke zou moeten doen {1729–97}
(It is not what a lawyer tells me I may do; but what humanity, reason, and justice tell me I ought to do Edmund Burke {1729–97})
In "The Faithless" van Martina Cole benadrukt het citaat dat aan Edmund Burke wordt toegeschreven het conflict tussen juridische beperkingen en morele verplichtingen. Het suggereert dat het volgen van het advies van een advocaat onvoldoende is als het in tegenspraak is met de principes van de mensheid en gerechtigheid. In plaats daarvan moeten individuen nadenken over wat ethisch goed is en ernaar streven deze morele normen in hun beslissingen te handhaven.
Dit perspectief bevordert het idee dat de wet moet worden geleid door een gevoel van rede en eerlijkheid, en dringt er bij ons op aan om ethische overwegingen te prioriteren boven louter legaliteit. Het versterkt het idee dat ware rechtvaardigheid voortkomt uit het begrijpen van onze verantwoordelijkheden tegenover elkaar als mensen, in plaats van alleen te houden aan regels of voorschriften die door het rechtssysteem worden opgelegd.