Het citaat benadrukt het belang van de perspectieven van vrouwen bij het verzamelen van informatie, met name met betrekking tot hun rol als Custodians of History. De spreker benadrukt dat vrouwen, die vaak meer oplettend en betrokken zijn, uitblinken in het delen van kennis over alledaagse gebeurtenissen en het leven van mensen. De spreker bekritiseert mannen daarentegen vanwege hun gebrek aan interesse in het leven van anderen, wat suggereert dat deze ontkoppeling hun begrip van sociale dynamiek beperkt.
Bovendien pleit het citaat voor de erkenning van grootmoeders als essentiële historici in Afrikaanse culturen. Hun vermogen om familielijnen en verhalen terug te halen, maakt hen essentieel voor het behoud en het overbrengen van cultureel erfgoed. Dit onderstreept het idee dat orale traditie en persoonlijk geheugen cruciale rollen spelen bij het handhaven van geschiedenis die officiële records over het hoofd kunnen zien.