In Shakespeare's "Macbeth" reflecteert het citaat op de vluchtige aard van het leven en het onbeduidendheid van het menselijk bestaan. Door het leven te vergelijken met een 'wandelende schaduw', illustreert de auteur hoe het leven kortstondig kan zijn en ontbreekt in substantie. De metafoor van een "arme speler" benadrukt het idee dat individuen hun rol spelen op het grote stadium van het leven, maar uiteindelijk vervagen hun bijdragen en laten weinig achter. Dit benadrukt het onvermijdelijke tijdstip van de tijd en de tijdelijke aard van menselijke inspanningen.
Bovendien versterkt de uitdrukking "een verhaal dat door een idioot wordt verteld" het gevoel van zinloosheid, wat suggereert dat het drama van het leven chaotisch is en verstoken is. De "geluid en woede" duiden op het geluid en de onrust van het bestaan, maar uiteindelijk "betekenen ze" niets ". Deze erkenning van de absurditeit van het leven vormt existentiële vragen over doel en sterfelijkheid en nodigt lezers uit om hun eigen betekenis te overwegen in een wereld die misschien onverschillig lijkt voor menselijke worstelingen.