Chivalry is ongetwijfeld een mislukking, maar het is niet een mislukking als pacifisme. Oorlogen {zelfs alleen maar oorlogen} omvatten onvermijdelijk kwaad, maar niet zozeer slecht als betrokken bij het passief toestaan dat agressors hun zin hebben.
(No doubt chivalry is a failure, but it is not such a failure as pacifism. Wars {even just wars} inevitably involve evil, but not so much evil as is involved in passively allowing aggressors to have their way.)
In het gegeven citaat reflecteert de auteur Michael Ward over de concepten van ridderlijkheid en pacifisme, en beweert dat hoewel ridderlijkheid mogelijk zijn tekortkomingen heeft, het tekortschiet bij de mislukkingen die worden toegeschreven aan pacifisme. Ward betoogt dat, in het licht van agressie, ervoor kiezen om passief te blijven kan leiden tot groter kwaad dan dat in de context van oorlog, zelfs wanneer oorlogen alleen worden beschouwd. Dit suggereert een morele verplichting om wangedrag te confronteren in plaats van inactief te blijven.
Het perspectief van Ward benadrukt de complexiteit van ethische keuzes tijdens conflicten, en benadrukt dat inactiviteit agressors in staat kan stellen om schade te plegen zonder weerstand. Dus hoewel oorlogvoering ongetwijfeld beladen is met morele uitdagingen, kunnen de gevolgen van het toestaan van agressors leiden tot nog grotere vernietiging en onrecht. Deze discussie roept belangrijke vragen op over de verantwoordelijkheden die individuen en samenlevingen hebben wanneer ze worden geconfronteerd met agressie.