Nu, in vergelijking met zowel Mattheüs 17 als Openbaring 1, lijkt het erop dat de opgestane Christus, vóór zijn ascensie, nog niet volledig was verheerlijkt. Als hij zou zijn verheerlijkt, zou zijn identiteit zeker meteen duidelijk zijn geweest voor Mary Magdalene {Johannes 20:14}, de discipelen op de Emmaus Road {Luke 24: 15-16}, en Peter en de apostles toen ze hem aan de Shore {John 21: 4} zagen. Overwegen
(Now, in comparison to both Matthew 17 and Revelation 1, it appears that the risen Christ, before his ascension, was not yet fully glorified. If he would have been glorified, surely his identity would have been immediately apparent to Mary Magdalene {John 20:14}, the disciples on the Emmaus road {Luke 24:15-16}, and Peter and the apostles when they saw him on the shore {John 21:4}. Consider)
Bij het vergelijken van de verslagen van Mattheüs 17 en Openbaring 1 is het duidelijk dat de opgestane Christus nog niet volledige verheerlijking had bereikt voorafgaand aan zijn hemelvaart. Dit wordt gesuggereerd door het feit dat degenen die hem zijn tegengekomen, zoals Mary Magdalena en de discipelen op de Emmaus -weg, hem niet onmiddellijk herkenden. Dit geeft aan dat zijn goddelijke identiteit op dat moment niet volledig werd onthuld.
Dit idee daagt het begrip van de verheerlijking van Christus uit, omdat men zou verwachten dat een volledig verheerlijkt wezen niet verborgen of niet door zijn volgelingen zou worden verborgen. Toen Peter en de andere apostelen hem bijvoorbeeld aan de kust zagen, onderscheidden ze ook niet wie hij was. Dergelijke gevallen impliceren een overgangsperiode in de natuur na de opstand van Christus, die Randy Alcorn onderzoekt in zijn boek 'Heaven'.