De essentie van menselijk lijden kan worden herleid tot de tijdelijke aard van plezier dat is afgeleid van wereldse dingen. Ondanks de intrinsieke waarde van dergelijke genoegens, zijn ze vaak kortstondig en zijn ze uiteindelijk van ons weggelaten. Individuen ontdekken vaak dat hun meedogenloze streven naar tevredenheid zelden leidt tot de vervulling die ze hadden verwacht, en zelfs wanneer succes wordt bereikt, is het vaak van korte duur. Deze cyclus van verlangen en verlies onderstreept een diepgaand aspect van menselijke ervaring.
Voor christenen dienen deze vluchtige glimpen van vreugde en schoonheid in het leven echter als herinneringen aan een diepere, blijvende realiteit. De gedeeltelijke en onvolmaakte genoegens die men in de wereld tegenkomt, die snel vervagen of wegglippen, weerspiegelen een verlangen naar de perfectie die alleen in God wordt gevonden. In deze overtuiging biedt de ultieme en eeuwige schoonheid van het goddelijke hoop en vervulling die de tijdelijke aard van aardse tevredenheid overstijgt.