De hoofdrolspeler reflecteert op de eigenaardige aard van de werking van de hersenen en merkt op hoe het onafhankelijk kan werken zonder zijn bedoelingen of motivaties te onthullen. Deze observatie leidt ertoe dat hij de hersenen beschouwt als louter een ander orgaan, die veel functioneert als de milt of het hart, zijn taken uitvoeren zonder bewust bewustzijn van zijn eigen doeleinden.
Dit inzicht roept vragen op over de relatie tussen bewustzijn en de activiteiten van de hersenen. Het suggereert een scheiding tussen het bewustzijn van de geest en de functies van de hersenen, waardoor een diepere verkenning wordt gedaan naar hoe autonoom de hersenen kunnen werken in het lichaam, net als andere organen die vitale rollen vervullen zonder direct toezicht.