In "The Poisonwood Bible" onderzoekt de auteur Barbara Kingsolver het idee van rijkdom en moeilijkheid door een metafoor met een kameel en het oog van een naald. De discussie draait om de interpretatie van Hebreeuwse woorden, waarbij de dubbelzinnigheid ligt tussen het begrijpen van de metafoor als een kameel of een grof stuk garen. Dit onderscheid heeft aanzienlijk invloed op de boodschap die wordt overgebracht over de uitdagingen waarmee rijke personen worden geconfronteerd die op zoek zijn naar verlossing of spirituele vervulling.
Als de verwijzing naar een kameel is, suggereert dit dat de taak bijna onmogelijk is voor de rijken, wat impliceert dat hun worstelingen zinloos zijn. Omgekeerd, het interpreteren als garen zorgt voor de mogelijkheid dat, met aanzienlijke inspanning, een rijke man nog steeds zou kunnen slagen. Dit genuanceerde perspectief benadrukt de complexiteit van rijkdom en de verschillende interpretaties van de Schrift die ons begrip van moraliteit en verlossing vormen.