Misschien wordt het het einde van de wereld genoemd omdat het het einde van de spelen is, omdat ik naar een van de dorpen kan gaan en een van de kleine jongens kan worden die daar werken en spelen, zonder dat ik iets te doden heb en niets dat mij doodt, terwijl ik daar gewoon woon. Terwijl hij erover nadacht, kon hij zich echter niet voorstellen wat 'gewoon leven' eigenlijk zou kunnen zijn. Hij had het nog nooit in zijn leven gedaan. Maar hij wilde het toch doen.
(Perhaps it's called the end of the world because it's the end of the games, because I can go to one of the villages and become one of the little boys working and playing there, with nothing to kill and nothing to kill me, just living there. As he thought of it, though, he could not imagine what "just living" might actually be. He had never done it in his life. But he wanted to do it anyway.)
In het citaat uit 'Ender's Game' reflecteert de hoofdpersoon op het idee dat het einde van conflicten een terugkeer naar eenvoud en onschuld zou kunnen betekenen, vergelijkbaar met het leven in een dorp waar hij dagelijkse activiteiten kan ondernemen zonder de dreiging van geweld. Dit verlangen naar een vreedzaam bestaan benadrukt de uitputting van een leven vol strijd en competitie, wat duidt op een verlangen naar een betekenisvollere, gegronde manier van leven. Het weerspiegelt de menselijke wens om te ontsnappen aan voortdurende strijd.
Ondanks zijn verlangen naar dit vredige leven worstelt hij echter met het concept van ‘gewoon leven’, zoals hij dat nog nooit heeft ervaren. Zijn contemplatie onthult een diepe interne strijd; Hoewel hij ernaar streeft een rustig bestaan te leiden, weet hij ook niet zeker wat zo'n leven inhoudt. Dit conflict illustreert de complexiteit van het vinden van vrede na een leven dat wordt gedomineerd door conflicten en de uitdaging van de overgang naar een eenvoudigere, meer vervullende realiteit.