In een moment van diepe reflectie worstelt de hoofdpersoon met de angst Alli te verliezen, waarbij hij beseft hoe integraal zij is in zijn leven. Hij koestert haar aanwezigheid en beseft dat ze niet alleen een metgezel is, maar de enige bron van zijn vreugde en communicatie gedurende de dag. Hun band komt duidelijk tot uiting in de manier waarop ze hun eenvoudige maaltijden delen, waarbij Alli hem ondanks zijn protesten altijd prioriteit geeft. Deze afhankelijkheid benadrukt het belang van hun relatie in een verder schaars bestaan.
De intimiteit die ze delen wordt nog eens onderstreept tijdens rustige momenten, zoals wanneer ze bij zonsondergang tegen elkaar leunen. Terwijl ze in slaap vallen, wordt zijn omhelzing van haar een vitale verbinding met de wereld om hem heen, wat het idee versterkt dat Alli zijn laatste band met de mensheid belichaamt. Zonder haar vreest hij dat hij in eenzaamheid verdwaald zou raken, wat de nadruk legt op de diepte van hun emotionele afhankelijkheid van elkaar te midden van de uitdagingen van het leven.