Verlaat me alsjeblieft niet, dacht hij. Hij kon geen wereld zonder Alli dragen. Hij besefte hoeveel hij van 's morgens' s morgens 's morgens tot de nacht op haar vertrouwde. Ze was zijn enige gesprek. Zijn enige glimlach. Ze bereidde hun magere voedsel en bood het hem altijd eerst aan, ook al stond hij erop dat ze eten voordat hij dat deed. Ze leunden op elkaar bij zonsondergangen. Holden haar terwijl ze sliepen, voelde als zijn laatste connectie met de mensheid.
(Please do not leave me, he thought. He could not bear a world without Alli. He realized how much he relied on her from morning until night. She was his only conversation. His only smile. She prepared their meager food and always offered it to him first, even though he insisted she eat before he did. THey leaned on each other at sunsets. Holding her as they slept felt like his last connection to humanity.)
In een moment van diepe reflectie worstelt de hoofdpersoon met de angst Alli te verliezen, waarbij hij beseft hoe integraal zij is in zijn leven. Hij koestert haar aanwezigheid en beseft dat ze niet alleen een metgezel is, maar de enige bron van zijn vreugde en communicatie gedurende de dag. Hun band komt duidelijk tot uiting in de manier waarop ze hun eenvoudige maaltijden delen, waarbij Alli hem ondanks zijn protesten altijd prioriteit geeft. Deze afhankelijkheid benadrukt het belang van hun relatie in een verder schaars bestaan.
De intimiteit die ze delen wordt nog eens onderstreept tijdens rustige momenten, zoals wanneer ze bij zonsondergang tegen elkaar leunen. Terwijl ze in slaap vallen, wordt zijn omhelzing van haar een vitale verbinding met de wereld om hem heen, wat het idee versterkt dat Alli zijn laatste band met de mensheid belichaamt. Zonder haar vreest hij dat hij in eenzaamheid verdwaald zou raken, wat de nadruk legt op de diepte van hun emotionele afhankelijkheid van elkaar te midden van de uitdagingen van het leven.