De passage suggereert dat hoewel scepsis nuttig is, het even belangrijk is om te erkennen dat sommige overtuigingen van vitaal belang zijn en voordelig zijn voor ons welzijn. Onder deze overtuigingen is het geloof in menselijke goedheid. De tekst erkent dat er veel redenen zijn om te twijfelen aan de inherente goedheid van mensen, maar het verliezen van dat geloof kan leiden tot een gebrek aan vertrouwen en comfort in relaties.
Dit vertrouwen is essentieel voor het navigeren door de uitdagingen en teleurstellingen van het leven. Het gepresenteerde idee is dat individuen om met ontberingen het hoofd te bieden, moeten vasthouden aan bepaalde troostende overtuigingen, zoals de goedheid van anderen. Het handhaven van een niveau van optimisme en geloof in de mensheid kan dus de emotionele ondersteuning bieden die nodig is om tegenslagen te maken.