Het verhaal weerspiegelt een diep gevoel van frustratie met het onrecht in de wereld, waar goedbedoelde individuen vaak lijden door toedoen van kwaadaardige. De hoofdrolspeler worstelt met gevoelens van hulpeloosheid terwijl hij de oneerlijkheid om hem heen observeert en zich afvraagt waarom slechte daden ongestraft blijven terwijl goede mensen lijden ondergaan. Dit interne conflict drijft hem ertoe zijn eigen vermogen om verandering te bewerkstelligen te overwegen.
Uiteindelijk blijft hij nadenken over de beperkingen van zijn macht en invloed, zich realiserend dat hij, ondanks zijn verlangens voor gerechtigheid, zich bijna machteloos voelt om een aanzienlijke impact te hebben. Deze realisatie vangt de strijd die velen worden geconfronteerd bij het confronteren van de realiteit van moraliteit en de vaak oneerlijke aard van het leven.