Dat, zei ze, is een beetje dichter bij hoe ik me kan voorstellen dat het werkt. Of je bidt of niet, heeft absoluut niets te maken met de persoon aan je linkerkant. Het is alsof je zegt dat je de maan niet in je raam moet krijgen, anders zouden de andere auto's de maan niet in hun ramen krijgen. Maar iedereen krijgt de maan. Het is geen optie om de maan niet in uw raam te hebben. Je ziet het gewoon. Het is daar. Ze beet op haar lip. Het raam op kantoor werd goud met de late namiddag.
(That, she said, is a little closer to how I imagine it works. Whether or not you pray has absolutely nothing to do with the person to your left. It's like saying you shouldn't get the moon in your window, or else the other cars wouldn't get the moon in their windows. But everyone gets the moon. It's not an option, to not have the moon in your window. You just see it. It's there.She bit her lip. The window in the office grew golden with late afternoon.Half the world can't see the moon, said the doctor.It's not the greatest example, said the rabbi.)
Het gesprek onderzoekt het idee van individuele spiritualiteit en de perceptie van universele waarheden, met behulp van de metafoor van de maan. De eerste spreker suggereert dat gebed of persoonlijke overtuigingen gescheiden zijn van de acties of overtuigingen van anderen, net zoals hoe iedereen de maan kan zien, ongeacht hun omstandigheden. Dit houdt in dat spirituele ervaringen inherent zijn aan elke persoon, in plaats van bepaald door de externe omgeving of de aanwezigheid van anderen.
De arts reageert door aan te geven dat niet iedereen toegang heeft tot dezelfde ervaringen, omdat de helft van de wereld letterlijk de maan niet kan zien vanwege hun omstandigheden. De rabbijn is het echter niet eens en het gevoel dat het voorbeeld niet volledig de complexiteit van de discussie kan vastleggen. Dit benadrukt de spanning tussen individuele perceptie en collectieve ervaring in het begrijpen van spiritualiteit.