Dat er geen willekeurige handelingen zijn. Dat we allemaal verbonden zijn. Dat je het ene leven niet meer van het andere kunt scheiden dan je een briesje van de wind kunt scheiden. EDDIE schudde zijn hoofd. We gooiden een bal. Het was mijn domheid, zo rennen zo. Waarom zou je moeten sterven vanwege mij? Het is niet eerlijk. De blauwe man stak zijn hand uit. Eerlijkheid, zei hij, regeert niet leven en dood. Als dat zo was, zou geen goed persoon ooit jong sterven.
(That there are no random acts. That we are all connected. That you can no more separate one life from another than you can separate a breeze from the wind.Eddie shook his head. We were throwing a ball. It was my stupidity, running out there like that. Why should you have to die on account of me? It ain't fair.The Blue Man held out his hand. Fairness, he said, does not govern life and death. If it did, no good person would ever die young.)
De passage bespreekt het concept dat elke actie onderling verbonden is, wat suggereert dat er niets toevallig gebeurt. De metafoor van het scheiden van het ene leven van het andere wordt vergeleken met het proberen een briesje van de wind te scheiden, waarbij onze diepe verbindingen worden benadrukt. Eddie, die zich verantwoordelijk voelt voor een tragisch incident, uitdrukt schuldgevoelens en vraagt de eerlijkheid van levens- en doodsevenementen. Hij gelooft dat het onrechtvaardig is dat iemand zou sterven vanwege zijn acties.
De blauwe man reageert door te stellen dat het leven wordt beheerst door principes die verder gaan dan eerlijkheid. Hij benadrukt dat als eerlijkheid het leidende principe was, geen deugdzame persoon vroegtijdige dood zou ervaren. Deze uitwisseling onderstreept het thema van onvermijdelijkheid in leven en dood en de complexe relaties tussen mensen, waardoor het idee wordt versterkt dat we allemaal een collectieve reis delen.