De tijd is gekomen, de klauwen worden doorgegeven. Een oude uil rust, een dobbelsteen is gegoten. Het is een oorlog voor hart, spiermacht en geest. De wapens die ze hanteren, dodelijker dan de mijne. Een mes trekt bloed, een vuurbrandwonden. Maar met de vlekken, een geestuitlichten. Een ziel losgingen en dan een spierbevingen en krans. toch verteld.
(The time has come,The claws are passed.An old owl rests,A die's been cast.It is a war for heart, Gizzard and mind.The weapons they wield, More deadly than mine.A blade draws blood, a fire burns.But with the flecks, a mind unlearns.A soul unhinges,And then a gizzard quakes and cringes.Senses dull,Reason scatters.The heart grows numb,An owl shatters.But these six owls are strong and bold,And their story has not yet been told.)
Het gedicht weerspiegelt een significant conflict, afgebeeld door de metafoor van uilen die verschillende aspecten van strijd vertegenwoordigen, zoals hart, geest en geest. De beelden van oorlog suggereren een strijd die fysiek geweld overstijgt, met emotionele en psychologische onrust. De vermelding van hulpmiddelen zoals messen en vuur hints naar de ernst van het conflict, waarbij het risico wordt benadrukt om de essentie te verliezen, omdat zintuigen saai en reden verspreidt in de hitte van de strijd.
Ondanks de gepresenteerde uitdagingen, wordt het gedicht afgesloten met een opmerking van veerkracht en hoop. De zes uilen symboliseren kracht en het potentieel voor vernieuwing, wat suggereert dat hun verhaal, ondanks de onrust, zich nog steeds ontvouwt. Dit roept een gevoel van anticipatie op voor wat er gaat komen, en de erkenning dat het gevecht, hoewel ontmoedigend, nog niet voorbij is. Het verhaal spreekt tot het uithoudingsvermogen van de geest temidden van tegenspoed en duidt op de kracht van het collectief in het onder ogen zien van beproevingen.