In zijn werk "Winter: Five Windows on the Season", reflecteert Adam Gopnik op een verschuiving in menselijke ervaring van de vrijmoedigheid van verkenning tot een staat van opsluiting. Hij verwijst naar de aangrijpende woorden van Titus Oates, en roept een gevoel op van ingesloten en misschien zelfs terugtrekkend uit de wereld. Terwijl de samenleving worstelt met de uitdagingen van de winter, benadrukt deze verschuiving een transformatie in hoe we omgaan met zowel het seizoen als onze omgeving.
De metafoor van het gaan "van binnen" suggereert niet alleen fysieke opsluiting, maar ook een emotionele en psychologische terugtrekking uit de onzekerheden van het leven. De observatie van Gopnik duidt op een collectieve acceptatie van veiligheid die de levendigheid vermindert die vaak wordt geassocieerd met de uitdagingen van de winter. In plaats van de wilde schoonheid van de winter te vieren, hebben mensen zich omgedraaid om hun verhalen te vertellen, met de nadruk op een verhaal van veerkracht dat wordt gevormd door de grenzen van hun ervaringen.