Er zijn vier hoofdbronnen van de Shari'a: de Koran, die is samengesteld van duizenden religieuze verzen die door God zijn geopenbaard door zijn profeet, Mohammed; De Sunna, de tradities die de profeet heeft aangepakt die niet in de Koran worden vastgelegd; de ijma, die de perceptie zijn van de ulema of religieuze geleerden; en de Qiyas, een methode waarbij bekende juristen het eens zijn over nieuwe juridische principes.
(There are four main sources of the Shari'a: the Koran, which is compiled of thousands of religious verses revealed by God through his Prophet, Mohammed; the Sunna, which are the traditions the Prophet addressed that are not recorded in the Koran; the Ijma, which are the perceptions of the Ulema, or religious scholars; and the Qiyas, which is a method whereby known jurists agree upon new legal principles.)
De Shari'a, het islamitische rechtssysteem, is afgeleid van verschillende belangrijke bronnen. De belangrijkste is de Koran, een compilatie van goddelijke verzen die aan de profeet Mohammed worden geopenbaard. Deze verzen leggen de basis van de islamitische wet en ethiek. Een andere vitale bron is de Sunna, die de tradities en praktijken van de profeet omvat die niet in de Koran verschijnen, maar essentieel zijn voor het begrijpen van islamitische principes.
Naast de Koran en Sunna vertegenwoordigt de IJMA de consensus van religieuze geleerden, bekend als de Ulema, over specifieke juridische zaken. Ten slotte dient Qiyas als een methode voor analoge redenering die door gekwalificeerde juristen wordt gebruikt om nieuwe wettelijke regels op te stellen op basis van vastgestelde principes. Samen vormen deze bronnen het raamwerk van Shari'a, begeleiden het leven van moslims en het beïnvloeden van juridische systemen in islamitische samenlevingen.