De tuin van Eden wordt afgebeeld als een unieke plek die, ondanks de gevallen staat van de mensheid, een speciale status leek te behouden. Er wordt gesuggereerd dat Eden misschien oorsprong is gekoppeld aan de hemel, mogelijk een goddelijke transplantatie naar de aarde. Deze speciale status onderscheidt Eden van de rest van de wereld die wordt getroffen door menselijke zonde.
Bovendien was de relatie tussen God en de mensheid bijzonder dichtbij in Eden, zoals geïllustreerd door Gods bezoeken met Adam en Eva. Deze intieme communie werd echter verbroken na hun uitwijzing als gevolg van de val, wat een significante verschuiving markeerde in hun connectie met het goddelijke.