De zoektocht om goed en kwaad te begrijpen begint met het herkennen van de aard van God. Ware goedheid komt voort uit een relatie met hem, terwijl het kwaad afkomstig is van een scheiding van zijn aanwezigheid. De leer van 3 Johannes 11 wijst op het belang van onze acties; Degenen die goed doen, weerspiegelen Gods invloed, terwijl degenen die zich overgeven aan het kwaad hem uit het oog verloren hebben. Voor een echte transformatie moeten we God in zijn ware vorm zien, voorbij louter geloof, om echt te begrijpen wat goedheid inhoudt.
Het verminderen van Gods natuur compliceert niet alleen ons begrip van theologische kwesties, maar leidt ook tot het onteren van hem, verwant aan afgoderij. Door God eerlijk te waarnemen, krijgen we duidelijkheid over onszelf en onze plaats in relatie tot Hem. Deze erkenning helpt ons om goedheid te omarmen terwijl we het kwaad verwerpen, waardoor uiteindelijk een beter begrip van goddelijke waarheid in ons leven mogelijk is, zoals uiteengezet in het werk van Randy Alcorn.