Von Igelfeld merkte dat hij de filosofische ideeën van Hume en Schopenhauer overweegt, met name rond de aard van menselijke verbinding en ethiek. Hij herinnerde zich dat Hume suggereerde dat onze geest met elkaar resoneerde en een gedeelde ethische impuls creëerde. Deze resonerende kwaliteit in de menselijke interactie intrigeerde hem, omdat het doorschemeerde naar een diepere, gedeelde moraliteit inherent aan menselijke relaties.
bovendien beschouwde Von Igelfeld de focus van Schopenhauer op het gevoel als centraal in moreel begrip. Hij begon zich af te vragen of deze twee filosofen hetzelfde kernconcept aanpakken, wat suggereert dat empathie en emotionele resonantie fundamenteel gekoppeld zou kunnen zijn aan ons vermogen tot ethisch gedrag. Deze reflectie op de met elkaar verweven aard van denken, voelen en ethiek liet hem nadenken over de complexiteit van menselijke verbindingen.